Care Talk met Wilma

Care Talk met Wilma

De afgelopen tijd sprak MOHA in het kader van hun voorstelling ‘It Takes a Village’ tal van maatschappelijk werkers: straatcoaches, jongerenwerkers, frontlijn coaches (die kwetsbare moeders helpen) en meer. Allemaal werkzaam in IJsselmonde. Zij vertelden MOHA over de rol van zorg in hun werk, maar ook in de rest van hun leven. Het leverde mooie gesprekken op die onder andere gingen over grenzen, realistisch dromen en welke muziek de werkers luisteren na een zware werkdag. Vandaag de laatste Care Talk met Wilma.
Ik ben programmeur bij de bibliotheek en organiseer daar van alles. Van voorlees halfuurtjes en workshops tot schrijversbezoeken en tentoonstellingen, op vijf locaties. Ik ben in 1997 begonnen bij de bibliotheek in Beverwaard. 

Persoonlijk ben ik geen enorme lezer. Eigenlijk voornamelijk tijdens de vakanties. Maar de omgang met klanten vind ik leuk. Een baan bij de bieb was ook handig: lekker dichtbij huis; te combineren met zorg voor de kinderen; een nieuwe werkomgeving. Ik heb een aantal jaren als directiesecretaresse gewerkt, daar had ik echt geen zin meer in. 

Ik werk met hele diverse mensen. Heel erg leuk. Van allerlei komaf. Veel kinderen. Meestal tot het moment dat ouders nog meekomen. Zodra de ouders hen niet meer meenemen, verdwijnen ze.

De lol in lezen raakt voorbij als ze op het voortgezet onderwijs komen. Plezier bedorven. Begrijpend lezen verpest het een beetje. Dan is het van: ‘Snap je dit wel? Wat wordt hier mee bedoeld?’ Dat vind ik echt jammer. Lezen maakt zo’n rijker mens van je! 

Je probeert als bibliotheek bij te dragen aan belangrijke basisvaardigheden. Zodat mensen zelfredzaam worden. 

Taalvaardigheid is de sleutel om je te kunnen redden in de maatschappij. Als je de taal niet voldoende machtig bent, moet je je heel eenzaam en verloren voelen. 

Ik zou mensen graag meer kennis laten nemen van de mooie dingen. Kunst, voorstellingen, de natuur. Ik denk dat dat altijd goed is voor een mens. Dat het de rauwheid van het leven haalt. 

Hier is het vooral: werken, de haven en Feyenoord. Er is meer. 

Er komen veel einzelgängers die heel erg in hun krantje gedoken zitten.. Soms is er wel eens een discussie. Mensen vinden het prettig om anoniem te gaan zitten. In de bibliotheek ben je alleen, maar toch omringd door anderen. 

Bewonderenswaardig, als mensen zich helemaal weg kunnen geven voor een ander. Tegen de stroom in. Dat vind ik knap. Soms moet je wel en is het geen keuze. Bijvoorbeeld als je een partner hebt die dement wordt. Je doet het, maar het is niet makkelijk.

‘Care’ uit zich nu vooral in dingen doen voor mijn man, die chronisch ziek is. Om te proberen hem zo gezond en mobiel mogelijk te houden. Het is niet zo dat hij thuis op de bank zit en dat ik achter hem aan ren. Je hebt een soort bv’tje met z’n tweeën. 

Je moet je wel veilig voelen in je omgeving. Ik zeg altijd: het liefst woon ik aan een villa aan het water, maar dat zit er gewoon niet in. Als ik oud en zwak ben, voel ik me dan nog wel veilig hier? Nu is dat nog wel zo. Maar ik maak me ook wel zorgen over de rommel in de buurt. Dan denk ik: ik pas niet meer in deze tijd. 

Care was voor mij regelmatig naar mijn schoonmoeder gaan. Met haar gaan wandelen. Zulk soort dingen. Mijn man deed haar administratie. Ik heb jaren geleden een zusje verloren aan kanker. We hebben toen het nog kon leuke dingen gedaan samen en veel gelachen. Ik ben wel een beetje van het vermaak. Ben niet zo van kusje erop, aai over de bol en medelijden. Ik ben meer van de afleiding. 

Een mooi voorbeeld van zorgzaamheid van mijn man voor mij: Ik moest weg en mijn man had de autoruit schoongekrabd. Van die kleine dingetjes, heel lief. 

Een paar jaar geleden was ik bij een lezing, The beauty of Interdependence, daar denk ik nog vaak aan terug. Mensen hebben elkaar nodig. Vroeger was het vanzelfsprekend om naar elkaar om te kijken. Door de toenemende individualisering is iedereen vooral met zichzelf bezig. Dat vind ik wel zorgwekkend. Het is allemaal: als ik me maar ontwikkel en krijg wat ik wil. 

Zelfredzaamheid is een must geworden. Anders blijf je in de kou staan. 

Wat belangrijk voor me is? Mijn geloof. Mijn gezin. Vrienden. Schoonheid. Ik hou van mooi. Ik ben dol op kleren, maar ik heb niet een eindeloze hoeveelheid geld. Veel naar de kringloop. Ik vind het leuk om ermee te spelen. Sinds een paar maanden deel ik outfit-foto’s via Instagram. Het is als met poppen spelen, maar dan in het groot. 

‘Care’ ruikt naar Zwitsal baby zeep; klinkt als mooie klassieke muziek; smaakt bitterzoet. 

Ik heb een gebrek aan ‘care’ ervaren in mijn jeugd. Mijn vader ging weg toen ik twee was, hij is nooit teruggekomen. Dat onthoud je. Dat blijft in je zitten en vormt je. 

Natuurlijk laat ik het ook wel eens na om te zorgen. Ik stond pas op de tram te wachten en twee nijlganzen gingen elkaar te lijf. Maar ik stond helemaal versteend en het bleef maar voortduren. Ik had die beesten uit elkaar moeten halen, maar dat deed ik niet. Ik durfde eigenlijk niet. Gelukkig deed iemand anders het. Toen schaamde ik me. Ik was niet zorgzaam.

_________
De Care Talk-reeks en het werk van MOHA in IJsselmonde zijn een onderdeel van een groter project van het Rotterdams Wijktheater genaamd De Straatstaat; een sociaal-artistiek, multimediaal theater- en filmproject over het vinden van geborgenheid op straat. Vaak gedwongen, omdat iemand elders wordt uitgesloten.


Deel deze pagina: